fbpx
Aflossingsvrij of afossingsblij

CPB adviseert: meer aflossingsvrij dan aflossingsblij

Nederlanders zijn beter bestand tegen een financiële tegenvaller als het pensioenstelsel flexibeler wordt en de aflossingseis voor hypotheken versoepeld wordt. We kunnen dan meer sparen. Dit stelt het Centraal Planbureau (CPB).

Vast, dat zit het vermogen van de Nederlander al jarenlang. Het huis en het pensioenfonds, daar zit het vermogen van de meeste Nederlanders grotendeels in. Bij een financiële tegenvaller (of een economische crisis) kunnen we niet snel aanspraak maken op dit vermogen. Een kwart van de Nederlanders kan dit soort klappen niet opvangen omdat ze op dit moment over te weinig spaargeld beschikken. Dit probleem speelt al ontzettend lang.

Record spaarhoogte

Huishoudens gaan schulden aan en bouwen vermogen op om hun consumptie gelijkmatig uit te smeren over het leven. Jonge mensen hebben nog niet genoeg geld om een huis te kopen en nemen een hypotheek. Dit terwijl we op latere leeftijd vaak meer verdienden dan we uitgegeven. Dit is het moment dat er gespaard kan worden, waarmee consumptie weer uitgesteld wordt.

Het CPB heeft onderzocht of het vermogen makkelijker te bereiken is met een ander overheidsbeleid. Hierdoor wordt er een grotere financiële buffer opgebouwd. We kunnen dan sneller inspelen op financiële tegenvallers. Er is een optimale vermogensopbouw die zo’n spreiding mogelijk maakt, aldus het CPB.

Financiële tegenvallers kunnen op dit moment vaak niet opgevangen worden. In de ideale situatie wordt er gespaard voor de oude dag en worden onvoorziene rekeningen direct betaald vanuit deze buffer. Het verschilt per huishouden (en per leeftijd) hoe groot deze financiële buffer zou moeten zijn. In het algemeen wordt er, door het Nibud (een budgetinstituut), geadviseerd om een buffer te hebben tussen de €3500,- en €6000,-. Op dit moment heeft ongeveer 25% van de Nederlanders €2500,- of minder op de spaarrekening staan. Er zit een flink gat tussen dit bedrag en het geadviseerde bedrag.

Er zijn een aantal factoren die invloed hebben op het opbouwen van vermogen. Denk hierbij aan de hypotheekrenteaftrek, de aflossingseis die hierbij hoort en bijvoorbeeld het verplicht opbouwen van pensioen. Het planbureau kijkt of het mogelijk is om op deze gebieden het beleid aan te passen. Het zou bijvoorbeeld verplicht kunnen worden dat mensen met veel overwaarde in de woning minder pensioen opbouwen. Het geld dat ze vanuit de pensioenpremie overhouden wordt dan gespaard. Of bijvoorbeeld door jongeren minder pensioenpremie te laten betalen. Het mag duidelijk zijn dat deze veranderingen niet zonder risico zijn.

Aflossingseis

Er kan ook gekeken worden naar de aflossingseis: verzwakken is een optie. In zo’n geval lossen kopers bijvoorbeeld verplicht de helft van de woning af in plaats van de hele woning. Hierdoor sparen we meer én is er voor consumptie ook meer ruimte.

Na de kredietcrisis is deze aflossingseis ingesteld, om te voorkomen dat huizenkopers met een aflossingsvrije hypotheek in de problemen komen als het huis onder water komt te staan. Bij nieuwere hypotheken wordt er op dit moment geen renteaftrek meer gegeven als de vorige hypotheek na 30 jaar niet volledig afgelost was. 

Ook het verhogen van de vermogensgrens voor bijvoorbeeld kwijtschelding van lokale belastingen biedt mogelijkheden. Huishoudens met weinig vermogen en een laag inkomen worden zo aangemoedigd om te gaan sparen, in plaats van het geld uit te geven om onder deze (lage) vermogensgrens te blijven hangen.

Arbeidsmarkt

In de studie van het planbureau wordt de arbeidsmarkt niet meegenomen. Nederland heeft een relatief hoog aantal flexibele arbeidscontracten. Dit zijn onder andere hoogopgeleide ZZP’ers. Deze mensen redden het over het algemeen prima zelf. Het probleem zit hem meer aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De flexibilisering is hier buiten proportioneel waardoor er door veel huishoudens met weinig spaargeld niet gespaard kan worden. Als de overheid hier ingrijpt, dan is de kans groot dat veel Nederlanders een grotere buffer op gaan bouwen.

Delen wordt gewaardeerd......